Autor: Dorothee Olthof
Quelle & Copyright: Archeon
What kind of clothes did people wear in the 14th century?
Men and women wore linen shirts or „camises“ as undergarments. We are not sure about the women, but men wore linen underpants. These were wide, quite baggy things just above or just over the knee. Over this, men wore loose “beenlingen” or „hozen“. These were loose, quite tight trouser legs with a foot. As upper garment, they wore an „onderrock“ and a „rock“. The first is a simple tunic with long sleeves. The „rock“ is no more then a wider „onderrock“ made of thicker cloth, usually wool. The „rock“ usually had a different colour than the „onderrock“. Women wore socks until the knee which were fastened with a garter of rope, leather or a strand of textile. Over this, they wore a linen or thin woollen “onderrock” and a thicker woollen “rock”. Both of them reached the feet, had long sleeves, a round neck hole and a wide skirt. Over their “rock”, women wore a “suckenie”, a kind of sleeveless tunic which was open until the hips.
Both men and women wore a belt around their waste. Usually it was made out of leather, in some cases with nice patterns of punch work or cutting work. Married women and nuns wore a headscarf. Men wore a hat or a “caperken”, a white linen cap fastened under the chin by a strap.
In rain or cold weather, medieval people wore a hood with a shoulder mantel in one piece. Most medieval people wore leather shoes or boots.
Jaap Hogendoorn, Archeon (NL)
Welke kleding droegen de mensen in de 14e eeuw?
Mannen en vrouwen droegen als onderkleding linnen hemden of camises. Van vrouwen weten we het niet zeker, maar mannen droegen linnen onderbroeken. Dit waren wijde, nogal slobberige gevallen tot op of net over de knie. Mannen droegen over hun onderbroek beenlingen of hozen. Dit waren losse, tamelijk strak zittende broekspijpen met voet. Aan hun bovenlijf droegen zij een onderrock en een rock. De eerste is een eenvoudige tuniek met lange mouwen. De rock was niet meer dan een wat wijdere onderrock van een dikkere, meestal wollen stof. De rock was meestal van een andere kleur dan de onderrock. Vrouwen droegen kousen tot de knie die met een kousenband van bandweefsel, touw, leer of een strook stof werden vastgezet. Verder droegen ze een onderrock van linnen of dunne wol en een rock van dikkere wol. Beide waren voetlang, hadden lange mouwen, een ronde hals en wijde rokken. Over hun rock droegen de vrouwen een suckenie, een soort mouwloze tuniek die open was tot op de heup. Zowel mannen als vrouwen droegen om hun middel een gordel. Deze waren meestal van leer gemaakt en soms mooi versierd met stans- en snijwerk. Op hun hoofd droegen getrouwde vrouwen en nonnen een hoofddoek. Mannen droegen een hoed of een caperken, een wit kapje van linnen met een band onder de kin. Bij regen of kou droeg men een kaproen, een schoudermantel met capuchon. De meeste middeleeuwers droegen leren schoenen of laarzen.
Jaap Hogendoorn, Archeon (NL)